Met het vieren van brood en wijn wordt Jezus’ offer voor ons herdacht. Daarmee verkondigen we de dood van Christus, totdat Hij weerkomt. Maar wie mag hieraan deelnemen? En moet dat met ongezuurd brood?
Jezus at dit laatste avondmaal, het Pesachmaal dat de Israëlieten traditioneel thuis in gezinsverband aten, samen met Zijn discipelen in een bovenzaal. Dit waren Zijn volgelingen in de leer die Hij verkondigde, en waren ook gedoopt. Maar waren zij allemaal al zonder zonden? Nee, daarvoor was juist het offer van Jezus nodig! De discipelen waren nog verre van volmaakt; Judas zou Hem na die maaltijd verraden en Petrus zou Hem verloochenen. Toch mochten zij met Hem aanliggen.
Na Zijn lijden en sterven vierden de eerste christenen dagelijks het Avondmaal, zo blijkt onder meer uit Handelingen 2 en 6. Deze dagelijkse viering duurde tot in de 16e eeuw. Tot de komst van de kerkgebouwen (in de 4e eeuw) gebeurde dit onder meer in de huizen. Op grond hiervan kun je vermoeden dat bij de eerste christenen ook kinderen uit die gelovige gezinnen deelnamen aan deze vieringen.
Dit vraagt een actieve houding om zonde in je leven (die er dus nog is) weg te doen.
Zonder zonde
Maakte het bij het deelnemen aan het Avondmaal dan helemaal niets uit of je nog zondig was? Paulus schrijft in I Kor. 5: “Doe de oude desem weg en wees als nieuw deeg”. Dus handel vanuit het nieuwe leven en ga lijken op Jezus, die zonder zonde was, als een ongedesemd brood. Dit vraagt een actieve houding om zonde in je leven (die er dus nog is) weg te doen. Vervolgens schrijft hij: “Laten we daarom het feest niet vieren met de oude desem van kwaad en ontucht, maar met het ongedesemde brood van reinheid en waarheid.”
Hier doelt Paulus niet op het soort brood dat gegeten werd bij de viering van het Avondmaal, maar op slecht gedrag en roept op tot een zuivere handel en wandel. In het daarop volgende hoofdstuk (I Kor. 6) wijdt hij verder uit over dit slechte gedrag. Het is dan ook niet waarschijnlijk dat de eerste christenen elke dag ongezuurd brood bakten om het Avondmaal te vieren.
Jezelf toetsen
In I Kor. 11:28 roept Paulus op om jezelf te toetsen (onderzoeken) voordat je aan het Avondmaal deelneemt, omdat het om ‘het lichaam en bloed van de Heer’ gaat. En in vers 27 schrijft hij: “Wie op een onwaardige wijze eet of drinkt, bezondigt zich aan dit lichaam”. Deze teksten staat in een groter geheel dat handelt over misstanden bij het Avondmaal, waarbij Paulus de christenen aanspreekt op hun onderlinge omgang met elkaar tijdens hun gezamenlijke maaltijden waarbij niet op elkaar werd gewacht en niet samen werd gedeeld. In vers 33 staat: “Daarom, broeders en zusters, wees gastvrij voor elkaar wanneer u samenkomt voor de maaltijd. Wie honger heeft kan beter thuis eten. Dan leiden uw samenkomsten tenminste niet tot uw veroordeling.”
Dus voor het deelnemen aan het Avondmaal is het belangrijk om jezelf te onderzoeken op eventuele persoonlijke zonden, maar is het net zo belangrijk om oog te hebben en te houden voor de ander die ook deel uitmaakt van het Lichaam van Christus!
© Manna Meditatie
Lees ook: