Vreemd gaan

Afgelopen nacht droomde ik over iemand die ‘vreemdging’. De vrouw in kwestie viel voor de charmes van een vriendelijke, goedlachse, aantrekkelijke jongeman. Het was iemand die door velen geliefd was en ze voelde zich gevleid dat hij aandacht voor haar had en haar had uitgekozen. De vrouw was echter getrouwd, maar haar man was in deze droom ‘buiten beeld’.

Twee maanden eerder droomde ik ook al over dit thema. In die droom waren het een vader en zijn zoon die beiden gemeenschap hadden met dezelfde vrouw. Deze vrouw was een profetes, maar ze behoorde een andere man toe. Nu benoemden zowel de vader als de zoon in de droom de opmerkelijke beweging van deze vrouw. Ze had een vreemde ’tic’; ze gaf een ‘knietje’ in de rug. Ik geloof dat dit een verwijzing is naar een ‘afwijking’ in de Bijbelse leer. Het betreft misschien een ‘klein detail’, maar wel een aanwijzing dat het niet goed is.

Het centrale thema van beide dromen is verleiding/misleiding en ik geloof dat het een oproep is tot waakzaamheid! In de droom van afgelopen nacht is de man van de vrouw afwezig, niet ‘in beeld’. Ik vermoed dat de man in deze droom een beeld is van God/Christus en de vrouw een beeld van de gemeente. Ik heb dan ook de indruk dat de boodschap is, dat de gelovigen hun aandacht moeten richten op God/Christus, dat ze veel tijd met Hem moeten doorbrengen, hun relatie met Hem moeten onderhouden, om te voorkomen dat ze worden verleid.

Toen ik bad om uitleg van de droom werd ik bepaald bij Johannes 14:8 waar Filippus aan Jezus vroeg: “Laat ons de Vader zien, Heer, meer verlangen wij niet”. Deze tekst verwijst naar Exodus 33:18, waar Mozes tegen God zei: “Laat mij toch Uw heerlijkheid zien”. Mozes wilde namelijk niet verder trekken met het volk, voordat hij zeker wist dat God met hem mee zou gaan en hem Zijn plannen zou onthullen/uitleggen (vers 13).

Mozes was door God geroepen om het volk uit Egypte te leiden en naar het beloofde land te brengen. Terwijl Mozes op de berg Sinaï de tien geboden en richtlijnen van God ontving, maakte het volk een afgodsbeeld. Dit deden ze omdat ze Mozes niet meer zagen; hij was ‘uit beeld’. Het volk richtte zich vervolgens tot zijn broer Aäron, die woordvoerder was, ofwel: een ‘profeet’. Onder zijn leiding werd het gouden kalf gemaakt dat vervolgens door het volk werd aanbeden.

Omdat het volk in zonde was gevallen, was afgeweken van de weg die God had voorgeschreven (een ‘afwijkende leer’ had gevolgd) wilde God niet meer met hen optrekken. Vervolgens werd de tent van God buiten het kamp opgezet en Mozes trok daar naartoe om God te ontmoeten. God was voor het gewone volk ‘buiten beeld’.

Ik geloof dat de dromen ons in de eerste plaats oproepen om trouw te blijven aan God en Hem dagelijks te zoeken in gebed. Dit hebben we nodig om niet misleid of verleid te worden door verkeerde ‘profeten’ en/of ‘profetieën’, boodschappen die afwijken van de rechte leer, en ons doen zondigen.

© Manna Meditatie