Doop zonder discussie

De doop door onderdompeling, door sommigen over- of wederdoop genoemd, is één van de meest betwiste onderwerpen binnen de Kerk en heeft regelmatig tot verhitte discussies en zelfs kerkscheuringen geleid. Toch lijkt het onder de Joden niet zo’n groot discussiepunt te zijn geweest. Hoe kan dat?

 

Voordat Jezus aan Zijn bediening begon, was daar Johannes de Doper. Een markante verschijning moet het zijn geweest: gehuld in een ruwe mantel van kameelhaar en hij at sprinkhanen en wilde honing. Een type waar je waarschijnlijk toch even je wenkbrauwen bij optrekt.

Deze Johannes trok naar de woestijn en begon daar te prediken. Dat is eigenlijk ook best opmerkelijk: een woestijngebied is immers doorgaans een verlaten streek, waar je niet snel mensen tegenkomt. Als hij een boodschap moest doorgeven, leek een drukbevolkte stad een veel beter geschikte plek te zijn.

Bovendien predikte Johannes dat ze zich moesten bekeren; ook niet een onderwerp waar de meeste mensen graag naar luisteren. Toch gaven veel Joden hieraan gehoor. Ze stroomden zelfs toe: vanuit Jeruzalem, heel Judea en uit de omgeving van de Jordaan. Zelfs farizeeën en sadduceeën, strenggelovige Joden die zich doorgaans strak aan de Wet hielden, kwamen naar hem toe.

En vervolgens doopte Johannes velen in de rivier de Jordaan, terwijl ze hun zonden beleden. Blijkbaar dachten ze niet: Ho, dit kennen we niet, dit staat niet in de Schriften, dus hier doen we niet aan mee. Ook schermden ze niet met het Verbond dat God met hun voorvader Abraham gesloten had, de besnijdenis of de Wet. Nee, vreemd genoeg lieten ze zich zonder al teveel tegenwerpingen door Johannes dopen.

Nee, vreemd genoeg lieten ze zich zonder al teveel tegenwerpingen door Johannes dopen.

Herkenning

Allereerst hebben de Joden naar alle waarschijnlijkheid in Johannes een profeet herkend; vanwege zijn bijzondere verschijning, maar ook de plek, de woestijn, moet bij hen die associaties hebben opgeroepen. Ze herkenden hierin ongetwijfeld de woorden van Jesaja 40: “Hoor, een stem roept: ‘Baan voor de Heer een weg door de woestijn, effen in de wildernis een pad voor onze God’.”

Maar toch wordt ook in deze profetie niet een verband gelegd met een waterdoop.

Een wassing was echter helemaal niet zo vreemd voor de Joden. Reinigingsrituelen waren namelijk gebruikelijk, zoals bijvoorbeeld na een periode van ziekte of onreinheid. Deze rituele wassingen vloeiden voort uit de reinigingswetten. Bij de tempel stond een watervat waar de priesters zich reinigden voordat ze dienst deden. En als niet-Joden zich bij de gemeenschap wilden aansluiten, namen ze een waterbad. Wassen en reinigen in relatie tot God was dus niet ongewoon voor de Joden.

Allereerst hebben de Joden naar alle waarschijnlijkheid in Johannes een profeet herkend; vanwege zijn bijzondere verschijning, maar ook de plek, de woestijn, moet bij hen die associaties hebben opgeroepen.

Betekenis van de woorden

Het Hebreeuwse woord voor doop is verwant aan het woord ’tabal’ dat in- of onderdompelen betekent en dit is een synoniem voor rituele reiniging. Daarnaast is er het woord ‘rachatz’ wat gebruikt wordt voor het ‘reguliere’ wassen.

Het woord bekering betekent in de kern ‘anders denken en handelen’ of ‘van gedachten veranderen’ en houdt verband met terugkeren naar God en Hem serieus nemen in al je doen en laten.

Vergeving of bevrijding wordt ook wel gebruikt in de context van een legale status, zoals huwelijk, schulden of andere verplichtingen en kan ook met kwijtschelden worden vertaald.

En zonde betekent in essentie het verwerpen van God door een zelfbewuste mens.

Rituele wassing

Dus toen Johannes opriep tot bekering en vergeving van zonden, herkenden de Joden dit als een oproep om terug te keren tot God en dit te bevestigen met een rituele wassing. Toch had deze doop van Johannes een vernieuwend element: de mensen wasten of doopten namelijk niet zichzelf, maar wérden gedoopt, ze ondergingen het.

De doop van Johannes was ook niet ‘het einde’, het sluitstuk van een keuze, maar het beginpunt van een nieuwe wandel. En een voorbereiding op wat komen zou, namelijk: de Messias, Die zou dopen in de Heilige Geest.

Jezus Zelf en Zijn discipelen gingen na de dood van Johannes ook dopen in water.

En als later blijkt dat er gelovigen zijn die bij hun doop niet hadden gehoord van de Heilige Geest, laten zij zich – zonder discussie – nogmaals dopen.

De doop in water stond dan ook niet voor een – eenmalige – ’toetreding’ tot een geloofsgemeenschap, maar bevestigde hun keuze en toewijding aan God.

Heb jij die keuze al gemaakt?

© Manna Meditatie

Lees ook: