Woord en Geest

Afgelopen week ontving ik weer een droom met een boodschap: Ik had een woordenwisseling met één van mijn kinderen en ging te rade bij mijn ouders, wedergeboren christenen. Aangekomen bij hun huis, bleek er echter een nieuw echtpaar te wonen. Dit waren geen christenen, de vrouw was zelfs een heks.

Ik wilde de nieuwe bewoners vragen waar mijn ouders waren en zocht hen op. Ik vond ze niet in de ouderlijke slaapkamer en ging vervolgens naar de logeerkamer, dat het nieuwe echtpaar had gekozen als slaapkamer.

Toen ik de deur opendeed, zag ik midden in de kamer een vrouwelijke pop opgehangen aan het plafond, alsof het een zelfmoord verbeeldde. Maar ‘ze’ hing ondersteboven, aan één van de voeten, het andere been hing er vreemd gebogen naast. De hele houding zag er vreemd uit. Zo ook de kamer: hoewel het in werkelijkheid de kleinste slaapkamer van het huis is, leek het de grootste. En hoewel het nieuwe echtpaar hier sliep, bleek er alleen een eenpersoonsbed te staan.

Betekenis

In de dagen daarna ontdekte ik gaandeweg de betekenis van deze droom. Het huis is een beeld van het huisgezin van God. Hier zijn mensen komen wonen met een verkeerde (boze) geest, die alles omdraaien, op z’n kop zetten. Deze nieuwe geest is niet gericht op het Leven, maar op de Dood.

Mijn ouders staan in deze droom voor levenverwekkers; zonder hen zou ik niet geboren zijn. Zij hadden in het huis een bed voor twee personen, waarop ze konden samenkomen; dit in tegenstelling tot de nieuwe bewoners, die een smal éénpersoonsbed deelden. Dit verwijst naar Woord en Geest; beide heb je nodig om wedergeboren te worden, maar ook om zelf ‘vruchtbaar’ te zijn en nieuwe gelovigen te ‘verwekken’. Alleen het Woord is niet voldoende, alleen de Geest ook niet.

De pop aan het plafond is een verwijzing naar de dood van mijn moeder. Zij is echter niet gestorven door eigen keuze (ophanging), maar als gevolg van een ernstige ziekte (aan de voeten, andersom). Een pop is levenloos (dood) uit zichzelf, maar mijn moeder had Gods leven in zich. En als gevolg van de dood van mijn moeder, heeft mijn vader het huis verlaten; zo kon er een ander echtpaar, met een andere geest, hun intrek nemen.

Dit verwijst naar Woord en Geest; beide heb je nodig om wedergeboren te worden, maar ook om zelf ‘vruchtbaar’ te zijn en nieuwe gelovigen te ‘verwekken’.
Andere geest

Hieruit proef ik dat in het huisgezin van God, de gemeente, zowel Geest als Woord nodig is. Als één daarvan wordt gedood of vertrekt, sterft ook de ander. Hierdoor kan een andere geest zijn intrek nemen en alles overnemen en omdraaien.

Jezus is het vleesgeworden Woord van God. Alles wat Hij sprak en deed, was al voorzegd in de Schriften. Maar Hij was niet alleen Woord, ook Geest; Hij is het immers ook die doopt in de Heilige Geest (Markus 1:8). Als we het Woord (de Bijbel) lezen, hebben we de Geest nodig om het te begrijpen. En Paulus schrijft in zijn 2e brief aan Timotheüs dat elke Schrifttekst door God is geïnspireerd, dus door de Geest. We mogen van het Woord ook niet afnemen of aan toevoegen.

Sommigen benadrukken tegenwoordig dat de Geest belangrijker is dan het Woord en halen daarbij de tekst uit 2 Korinthe 3:6 aan: “De letter doodt, maar de Geest maakt levend”. De ‘letter’ verwijst hier echter niet naar het Woord of de Schriften, maar naar (het houden van) de Wet. Jezus heeft overigens de Wet en de Profeten ook niet afgeschaft, maar vervuld (Matth. 5:17). En Hij zegt ook: zolang de hemel en aarde bestaan, zal elke jota of tittel van kracht blijven. De jota is de kleinste letter van het Hebreeuwse alfabet, een tittel is een klein leesteken dat onder of boven de letters wordt gezet.

Toetsen aan het Woord

Ook kunnen we (de uitingen van) de Geest alleen maar toetsen aan het Woord. De Heilige Geest is van God Zelf, evenals het Woord; zij moeten dus in overeenstemming zijn met elkaar. Er zijn namelijk ook uitingen die van een andere (boze) geest komen, die we alleen kunnen herkennen als we het toetsen aan het Woord.

Op meerdere plekken in de Bijbel wordt namelijk gewaarschuwd voor valse profeten, apostelen en leraren die de Waarheid verdraaien. Ook zij kunnen wonderen en tekenen doen, zoals bijvoorbeeld Jannes en Jambres (2 Tim. 3:8). Math. 7:21 leert ons ook dat er mensen zijn die Jezus Heer noemen en die tevens profeteren, demonen uitdrijven en krachten doen, maar toch niet het Koninkrijk mogen binnengaan omdat ze Hem (het Woord) niet kennen. Jezus noemt ze zelfs: werkers van de wetteloosheid!

In Openbaring 13 wordt geschreven over twee beesten: het eerste lastert God, Zijn huis en bewoners; zijn identiteit is duidelijk herkenbaar. Het tweede beest echter, ziet eruit als een lam, maar spreekt als de draak. Dus de gedragingen lijken als van God, maar de woorden klinken anders. Wie oren heeft, die hore.

© Manna Meditatie

Lees ook: