Doop in water en Geest

Tijdens mijn bekering, waarbij ik mijn zonde in de samenkomst openbaar beleed, ontving de spreker een profetisch woord. Ik werd daarin vergeleken met een mier. Hoewel er een enorme vreugde in mij was neergedaald vanwege de ‘bevrijding’ van zonde, had ik wel wat moeite met die vergelijking. De mier is tenslotte niet een dier dat over het algemeen in hoog aanzien staat. Wat wilde God me hiermee zeggen?

Ik besloot op onderzoek uit te gaan en vond in de Bijbel twee teksten waarin een mier wordt genoemd: Spreuken 6:6 en 30:25. En met name deze laatste tekst ‘De mieren zijn een volk zonder kracht, toch bereiden zij hun spijs in de zomer’, raakte mij, al begreep ik de strekking niet. Ook de andere woorden in Spreuken 30 waren raadselachtig, maar wat me opviel was het herhalende: drie zijn er – zelfs vier. Wat moest ik hier toch mee?

Door omstandigheden konden we vlak na mijn bekering niet meer naar deze samenkomsten die redelijk ver van onze woonplaats waren. Hierdoor gingen we samenkomsten in de regio bezoeken. Op een dag woonden we een doopdienst bij, waarbij mensen zich door onderdompeling lieten dopen. Ikzelf was als baby besprenkeld, en hoewel ik uitsluitend de volwassendoop kon onderschrijven vanuit de Bijbel, voelde ik zelf een enorme weerstand hiertegen; ik was tenslotte toch al gedoopt?!

Tegenargumenten

Terwijl de voorganger predikte over de doop van de Ethiopiër (Handelingen 8:26-40) werden al mijn argumenten om niet gedoopt te worden omver gehaald: Ik geloofde, dus was het geoorloofd. Er was water, wat hield me tegen? En na de doop gingen Filippus (de doper) en de Ethiopiër (dopeling) hun eigen weg, dus de doop was niet noodzakelijk in de ‘eigen gemeente’ die we toen niet hadden. Aan het einde van de prediking had ik geen argumenten meer over om niet gedoopt te worden. Maar toch…

Toen vervolgens de dopelingen werden voorgesteld, bleken het drie vrouwen uit mijn eigen woonplaats te zijn, tien kilometer verderop. Bovendien woonden ze in dezelfde wijk en ik had zelfs met alle drie in zekere zin een band! Dat kon geen toeval zijn.

Het was alsof God Zelf mijn doop hier had voorbereid!

Raadsel

Op dat moment herinnerde ik mij ineens dat raadselachtige woord uit Spreuken 30: drie zijn er – zelfs vier! En terwijl de voorganger vroeg of er meer mensen waren die gedoopt wilden worden, was het alsof een hand mij aan de haren omhoog trok en voor ik het wist liep ik met de andere drie vrouwen mee naar de ruimte achter het podium. Tot hun verbazing, maar ook de mijne. Want daar aangekomen bleken er niet drie, maar zelfs vier doopkleden klaar te hangen en ook het gekozen dooplied bleek vier coupletten te hebben, voor elke dopeling één…! Het was alsof God Zelf mijn doop hier had voorbereid!

Profetisch woord

Tijdens de doop zelf bad de voorganger met de dopelingen. Maar omdat hij mij totaal niet kende – ik moest mij in het bad zelfs eerst aan hem voorstellen – bad ik God of Hij de voorganger een woord wilde geven. En dat gebeurde!

Hij sprak een bijzonder profetisch woord uit en hoewel het geluid uit de man links van mij kwam, was het alsof op de rand van het bad tegenover mij een gedaante stond Die sprak. Na afloop van de dienst zouden meerdere mensen getuigen van deze bijzondere ‘aanwezigheid van God’.

Blijkbaar was dit de tongentaal waarover in Handelingen 2 stond geschreven en het kwam over mij.

Doop in de Heilige Geest

Na afloop van de dienst werd er met de dopelingen gebeden voor vervulling van de Heilige Geest en de voorganger vroeg mij of ik Die al had ontvangen. Ik wist het oprecht niet; hoe kon je dat weten? Ik mompelde iets van “ik denk het wel, maar…”. De voorganger besloot toch hiervoor te bidden en ik werd daarna aangemoedigd in tongen te spreken. Een vreemde aarzeling overviel me; ik had geen flauw benul wat ik moest doen. Vanuit gehoorzaamheid ging ik maar zachtjes bidden en hoorde ineens een vreemde taal uit mijn mond klinken…!! Blijkbaar was dit de tongentaal waarover in Handelingen 2 stond geschreven en het kwam over mij.

Pas toen ik thuis was, besefte ik dat het raadselachtige woord uit Spreuken 30:25 die dag in vervulling was gegaan: op zondag 21 juni, aan het begin van de zomer, had ik mij overgegeven aan God en op 20 september, de laatste zondag van de zomer, was ik gedoopt. Ik had mijn ‘spijs bereid’; voedsel verzameld, om met God op reis te gaan de wereld in.

© Manna Meditatie

Lees ook:

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *