Aan de vooravond van een zonnige, warme periode, zag ik in gedachten een strandtafereel: heel veel mensen waren naar het water gegaan en hadden zichtbaar veel plezier met elkaar en speelden in en met het water.
Ineens klonk de vraag: ‘Zijn allen die naar het water zijn gekomen ook het water ingegaan?’
Ik zag heel veel mensen in het water, maar toen ik naar het strand keek, zag het zwárt van de mensen. Zwart was het ook in zekere zin letterlijk: het waren donkere gedaanten, ik zag geen kleur.
En waar je gewoonlijk op het strand mensen ziet lopen, zitten, liggen of spelen, was het opvallend, dat al die mensen – het was echt een gigantische menigte! – stonden; schouder aan schouder, onbeweeglijk, naast elkaar. Ik moest denken aan het terracotta leger: beelden van soldaten, ieder uniek gemaakt, maar stokstijf staande; het waren levenloze beelden.
Diepe water
Vervolgens hoorde ik opnieuw de stem, die me nu vroeg: ‘Zijn allen die in het water zijn gegaan ook het diepe ingegaan?’ Nu keek ik opnieuw naar de mensen in het water: het waren er héél erg veel, maar toen ik naar de horizon keek, zag ik maar een paar hoofden boven het water uitkomen. Duidelijk veel minder dan het aantal dat zich vooraan in het water bevond en waarvan weliswaar de voeten in, maar het grootste deel van het lichaam boven het water was gebleven.
Toen sprak de stem nogmaals: ‘Dit zijn degenen die zich volledig aan Mij hebben overgegeven en met hun voeten zijn losgekomen van de aarde.’ Ik bedacht me dat deze mensen het contact met – of de grip op – de aarde waren kwijtgeraakt en hierdoor een risico liepen te verdrinken in het water dat zeer krachtig kan zijn.
Reddingsvest
Ineens moest ik terugdenken aan een incident van zo’n vijfentwintig jaar geleden, toen ik op zee overboord sloeg. Ik zag mezelf liggen in de zee, als een baby in het vruchtwater; ik had geen idee meer wat onder of boven was, ik was in het water totaal gedesoriënteerd.
Ik herinnerde me het gevoel van volledig overgeleverd zijn aan de zee en aan God. Vlak daarna kwam ik boven water, dankzij het reddingsvest dat ik droeg. Het dragen van een reddingsvest was een voorwaarde geweest om mee aan boord te mogen; dat vond ik zelf toen eigenlijk niet nodig en prettig, maar realiseerde me daarna wel dat dit letterlijk mijn redding was geweest.
‘Je bescherming is in Christus; Hij is een schild rondom je. Als je in Hem blijft, zul je niet verdrinken.’
Nu ik hieraan terugdacht, kwam het woord rondas in mij op: een oude Bijbelse benaming van een schild dat het lichaam van de soldaat rondom beschermde. Het was alsof God zei: ‘Je bescherming is in Christus; Hij is een schild rondom je. Als je in Hem blijft, zul je niet verdrinken.’
Betekenis beeld
Maar wat betekende dit alles, vroeg ik me af. Is het een beeld van de wedergeboorte, de doop in water, of (de doop in) de Heilige Geest?
En wat was ‘de positie’ dan van al die mensen op het strand? Ook zíj waren genaderd en ook zíj zouden getuigen dat ze naar het water waren geweest, hoewel ze het zelf niet hadden ervaren.
De mensen waren allemaal voor hetzelfde gekomen: het water, maar maakten verschillende keuzes:
-
- De mensen op het strand bleven staan op vaste grond, dat wat ze kenden. Zij kozen daarvoor. Hierdoor werden zij niet nat. Zij keken naar hen die plezier maakten in het water, maar hadden er zelf geen deel aan; ze beleefden het niet zelf, maar bleven ‘levenloze’ toeschouwers aan de kant.
-
- Die in het water waren gegaan, voelden het water en beleefden de vreugde daarvan, maar bleven dicht bij het strand; ze hielden vast aan de veiligheid van de aarde, dat wat ze kenden, waar ze vandaan kwamen.
-
- Zij die het diepe waren ingegaan, hadden zichzelf volledig overgegeven aan God. Ze hadden de hen bekende aarde losgelaten en hun vertrouwen gesteld op God alleen. In de bescherming van Christus waren ze in staat het water en de kracht van God volledig te ervaren, te beleven. Hierdoor konden ze verder uittrekken, de horizon verleggen, het onbekende tegemoet gaan.
© Manna Meditatie
Lees ook: